GERT SLINGS<B>lidwina opgeblazen</B>
Hoofdstuk 21

HOOFDKWARTIER LIDWINA VERRADEN EN OPGEBLAZEN




Gedenkteken bij villa Lidiwina

Gedenkteken bij villa Lidwina, 4 mei 2013

Op de steen staat:

Sietse Arnold Hilbrink
geboren 24 december 1879

Coenraad Johan Hilbrink
geboren 25 juni 1915

Dirk Cornelis Ruiter
geboren 31 december 1918

Gedood door de bezetter
op 23 september 1944

VERNIEUWD OORLOGSMONUMENT BIJ VILLA LIDWINA IN ZENDEREN

In 2016 werd het oorlogsmonument bij Villa Lidwina in Zenderen vernieuwd.
Hieronder vindt u een drietal foto's daarvan.

/

/

/

Tekst op de kruisen: ZIJ KONDEN NIET ANDERS


Dank aan Raymond Hofsté uit Borne voor de foto's!

Onderaan dit hoofdstuk tref je een verslag van de 70-jarige herdenking op 23 september 2014

van de overval op Huize Lidwina.

Inleiding

Om helder te krijgen wat de achtergrond is van het dramatische verhaal over de verwoesting van het hoofdkwartier van de KP-Twente, wil ik aandacht vragen voor een sluimerend conflict tussen Johannes ter Horst van KP-Twente en kapitein Lancker van de RVV-Salland.

RVV betekent Raad van Verzet. Eigenlijk is het ook een soort knokploeg, die in een aangrenzend gebied opereerde. In de praktijk was het voornamelijk een papieren organisatie, vooral gericht op de periode van na de bevrijding. Lancker gaf z'n instructies vanachter zijn bureau op papiertjes.

Als je dat vergelijkt met Johannes, dan zie je een hemelsbreed verschil. Hij overlegde constant met zijn vertrouwelingen. Niks geen papieren opdrachten. Hij is echt een man van de praktijk.

Ik begin met iets te vertellen over die kapitein Lancker. Wat is dat voor een man? Hoe moeten we hem beoordelen?

Daarna komt Ria Hermans aan de beurt. In deze geschiedenis vervult zij een sleutelrol. Niet bepaald een heldinnenrol.

Voordat we bij de verovering van Lidwina aankomen, komt er nog heel wat andere informatie voorbij.

Het is niet bepaald een simpel hoofdstuk. Hoe valt de tegenstelling tussen de knokploeg (RVV) van kapitein Lancker en de Twentse KP van Johannes ter Horst te verklaren? En wat heeft dat voor gevolgen?

We beginnen bij een korte levenschets van kapitein Lancker om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de gebeurtenissen.

Wie is kapitein Lancker?


Albert Ferdinand Lancker is op 2 maart 1894 te Utrecht geboren en begon zijn militaire loopbaan al op 16-jarige leeftijd te Kampen. In 1916 is hij 2e luitenant der infanterie en na twee dienstperioden in Ned. Indië wordt hij in 1935 bevorderd tot Kapitein.

In de meidagen van 1940 ligt Kapitein Lancker met zijn compagnie in Peelstelling, maar moet terugtrekken en tracht met zijn manschappen scheep te gaan van Duinkerken naar Engeland waarvoor hij echter geen toestemming krijgt.

Als gevolg van activiteiten tegen de Duitse bezetter wordt hij al in december 1940 gevangen genomen en zit enkele maanden in de Scheveningse gevangenis.

Wanneer de Duitsers in augustus '42 van de oud-officieren eisen dat zij zich weer in krijgsgevangenschap melden, verplaatst hij zijn activiteiten naar Twente, waar hij onder de schuilnaam 'De Jong' een netwerk van verzetsmensen opbouwt.

Hij wordt door zijn status als beroepsofficier en door zijn ervaring al gauw de spil van de Raad van het Verzet in Twente en Salland.

Hij organiseert droppings van wapens en geheime agenten vanuit Engeland. Onder de schuilnaam Evert wordt hij in november 1944 commandant van het district Salland, wanneer de organisatie van de B.S. wordt herzien. Die functie blijft hij bekleden tot aan zijn dood op 11 februari 1945. Bij een inval op een boerderij schiet hij twee Duitsers dood en vlucht weg. Het is niet zeker of hij dodelijk werd getroffen door een Duitse kogel of dat hij zichzelf doodde na zwaar gewond te zijn neergevallen.

Kapitein Lancker bevrijdde in februari 1945 zijn verloofde Ria Hermans uit een ziekenhuis in het Duitse Gronau en nam haar na enige omzwervingen mee naar het schuiladres in Hoge Hexel. Daar vond op de dag van hun beider aankomst het fatale vuurgevecht plaats. De S.D.-ers Neubacher, Hardegen en Böhnke staken dezelfde dag de woning van meester Nieuwboer in brand. Meester Nieuwboer week uit naar Tubbergen.

Wie is de verloofde van kapitein Lancker, Ria Hermans?


Ria Hermans is geboren te Leiden op 20 juli 1914 en sinds 1939 verloofd met kapitein Lancker. Lancker is gescheiden. Hij is getrouwd geweest met een Duitse.

Hij woont nu samen met Ria Hermans. Vandaag is dat in onze samenleving geaccepteerd als de gewoonste zaak van de wereld. In de oorlogsjaren was dat voor velen verwerpelijk. Zeker voor een gereformeerde jongen als Johannes.

In 'De illegalen' schrijft Coen Hilbrink over haar het volgende: "Haar broer werkte samen met de Twentse RVV-leider in diens OD-periode te Den Haag.

Lanckers Twentse medewerkers hebben het niet zo op haar begrepen. Hier volgen enige citaten:

"Ria Hermans was zijn maîtresse, een echte Haagse Blufdame".

"Ik had nooit bij haar het gevoel van: als die gepakt wordt gaat ze door dik en dun. Haar blik stond me niet aan, ze durfde me niet eens aan te kijken. Ria was een kat in het nauw, had een onstandvastig karakter. Ik zou nooit met haar in zee gaan. Dat vond ik zwak van Evert."

"Ik kreeg van haar geen degelijke indruk".

"Ria was brutaal. Ze stak overal d'r neus in. Zo gauw je wat zei, begon ze al te kwekken."

Ria Hermans fungeert als Lanckers rechterhand en is als zodanig in diens illegale werkzaamheden in hoge mate ingewijd. Ook verricht zij koeriersdiensten voor haar verloofde." (p.254,255)

Niet bepaald positieve opmerkingen over de vriendin van hun KP-leider. Dat geeft te denken.

Als Evert (Lancker dus) de grond te heet onder de voeten wordt, duikt hij onder in Hoge Hexel bij onderwijzer Nieuwboer. Ondertussen blijft Ria Hermans op het oude adres wonen om RVV-werkers die nog niet weten van Everts vertrek, op te vangen en in te lichten.

Hilbrink schrijft op p.255: "Een week daarvoor, rond 27 augustus, rijdt zij met Lancker mee naar een bespreking met Johannes ter Horst op Lidwina. Zij blijft wachten in de auto voor de poort van de oprijlaan van de villa. Binnen praat Lancker met Ter Horst en de zijnen over samenwerking op het gebied van sabotage tussen zijn sabotagegroepen en die van de Twentse KP. Zoals we reeds zagen, vindt Ter Horst Lanckers plannen te kinderachtig. (Hij had voorgesteld om op het veld staande hooimijten in de fik te steken ter gelegenheid van de verjaardag van de koningin (Zie hoofdstuk 19). Daarom moet de RVV-leider onverrichterzake vertrekken.

Deze informatie komt straks nog eens aan de orde. Ze is voor deze geschiedenis van Lidwina van heel groot belang.

Samenwerking KP-Twente en RVV-Salland


Via omzwervingen kwam de kapitein Lancker in Twente en vestigde zich met zijn vriendin Ria Hermans in het huisje van de weduwe Bakker aan de Ommerweg te Hellendoorn.

Van hieruit bouwde hij aan de verzetsorganisatie RVV. De RVV is een verzetsgroep, waarvan nogal wat ex-militairen deel uitmaken. Doelstelling is: verzet tegen de vijand, o.a. door sabotageacties. Zoals ik al stelde stond de RVV verder van de praktijk van het verzetswerk af dan de groep van Johannes.

Deze groep heeft ook een eigen "pilotenlijn". Daardoor komt Jules Haeck, de leider van de pilotenlijn in Twente, in contact met Lancker.

Begin juli heeft Haeck een gesprek met Johannes ter Horst, waarbij Haeck aandringt op samenwerking met Lancker. Dit zou de pilotenlijn ten goede komen. Een afspraak wordt gemaakt voor een bespreking tussen Lancker en Ter Horst in Hellendoorn.

Wanneer Johannes ter Horst, samen met Henk Heerdink, op de belegde vergadering komt, blijken er allerlei mensen aanwezig te zijn die Johannes niet eerder ontmoet heeft. Johannes maakt dan aan Lancker duidelijk dat hij er niet van gediend is dat er nog meer personen aanwezig zijn, die hij niet kent en die hij daarom geen vertrouwen kan geven.

Lancker en Ter Horst gaan dan samen naar boven. Daar toont Lancker zijn op schrift gestelde plannen. Terug op Lidwina, laat Johannes weten dat hij samenwerking met Lancker een gevaarlijke zaak vindt.

Op donderdag, 24 augustus geeft "Witte Piet" (weer een ander dan 'Blonde Piet') aan Joop Abbink door dat er in Twente wapens zullen worden afgeworpen, die bestemd zijn voor de RVV, onder leiding van kapitein Lancker, maar ook een gedeelte daarvan is bestemd voor de KP-Twente.

De volgende dag gaat Joop Abbink naar huize Lidwina in Zenderen en doet van dit bericht mededeling.

Enige dagen later nodigt Joop Abbink Johannes ter Horst, Daan Hillenaar en Cor Hilbrink uit voor een vergadering in verband met de op handen zijnde wapendropping in Twente.

Daar horen ze dat de dropping gepland is aan de Dinkel. Deze dropping mislukt.

Op diezelfde dag (dinsdag 29 augustus) dat Johannes ter Horst met Henk Bos het één en ander recht heeft gezet met betrekking tot de mislukte wapendropping, vindt nog een gesprek plaats.

Kapitein Lancker, leider van de RVV, komt naar het hoofdkwartier van de Twentse KP, huize Lidwina in Zenderen en spreekt daar met Johannes ter Horst.

Lancker vraagt Johannes diens medewerking met betrekking tot sabotageacties, ter gelegenheid van de verjaardag van de koningin. Hij wil hooimijten in de fik steken als inleiding van sabotage-acties. Na het aanhoren van de plannen van Lancker weigert Johannes hieraan deel te nemen.

Wapendropping in Tilligte


Na de mislukte overval op het politiebureau te Enschede (zie hoofdstuk 14) is men de volgende dag vrijdag 1 september al weer druk met een andere zaak bezig. Via de radio wordt het bericht ontvangen dat er een wapendropping plaats gaat vinden op het afwerpterrein bij Tilligte aan de Dinkel. Deze keer lukt de dropping wel. Zie hiervoor hoofdstuk 19.

Die nacht komen op dit afwerpterrein wapens neer, verpakt in 24 containers. Deze worden zo snel mogelijk ondergebracht op een schuiladres. Als vangers wordt ook gebruik gemaakt van een plaatselijke groep.

De volgende dag worden de wapens naar het hoofdkwartier Huize Lidwina gebracht. Op dat moment wordt het in Huize Lidwina een drukte van belang. De wapens moeten uit het vet gehaald worden en gebruiksgereed worden gemaakt.



/

Dit monument werd opgericht op de droppingsplaats bij de boerderij van de familie Mollink.



/

Heel stijlvol ingericht door de Heemkundige vereniging uit Denekamp.



/

Schitterende verbeelding van het afwerpen van de containers gevuld met wapens, 

ook met sigaretten en chocola!



/

Zo groot konden de containers zijn. Er kon heel wat in.

Ze waren vaak ook kleiner, afhankelijk van de inhoud.


Lancker vraagt wapens


Nadat Kapitein Lancker heeft vernomen dat er wapens bij Tilligte gedropt zijn en nu in het bezit zijn van de KP te Zenderen, verzoekt hij Johannes ter Horst te komen praten over de levering van wapens ten behoeve van zijn RVV-brigade.

Het gesprek vindt kort daarop plaats in Nijverdal, in het zomerhuisje van de 37-jarige brandstoffenhandelaar Johan Prins uit Hengelo, die zowel voor de LO als voor de RVV-groep van Jules Haeck werkt.

Bij dit gesprek zijn aanwezig: Johannes ter Horst, Lancker, Johan Prins, Jan Hillenaar en Cor Hilbrink. Buiten in de auto wacht de vriendin van Lancker, Ria Hermans…..Nadat de bespreking is beëindigd, is het besluit gevallen. Lancker krijgt géén wapens.

Let wel: hierbij waren meer leden van de KP van Johannes betrokken. Het besluit is niet alleen door Johannes genomen.

Oproep tot samenwerking


Zaterdag 2 september krijgt kapitein Lancker van de RVV een telegram met de volgende inhoud:

"Op geallieerd initiatief en met volledige instemming van Hare Majesteit de Koningin en betrokken ministers wordt overwogen de actieve verzetsgroepen bij eventuele krijgsverrichtingen te erkennen als “Binnenlandse Strijdkrachten” onder leiding van Prins Bernhard die rechtstreeks staat onder Eisenhower.

Pleeg overleg met de OD, KP en LO en andere hiervoor in aanmerking komende organisaties! U moet voorlopig wapens uitdelen naar behoefte. Lodewijk, Chris en Maurits zijn geland op Bertus bij Voorthuizen op de Veluwe."

Joop de Jonge over die "Oproep tot samenwerking"


Even een uitstapje naar de landelijke organisatie van het verzet. Er waren in grote lijnen drie organisaties van gewapend verzet. De grootste was de LKP (Landelijke KnokPloegen) in dienst van de LO. Dan had je de RVV (Raad van Verzet). Deze bestond vooral uit beroepsmilitairen. Lancker behoorde daarbij. En dan had je de OD (OrdeDienst). Die was vooral erop gericht op na de bevrijding de leiding in handen te nemen. 

Koningin Wilhelmina gaf in september 1944 te kennen dat deze drie verzetsorganisaties moesten opgaan in de BS (Binnenlandse Strijdkrachten) onder leiding van Prins Berhard.

Daar kwam in de praktijk weinig van terecht door onderlinge rivaliteit en cultuurverschillen. In het volgende geluidsfragment vertelt de Rotterdamse KP-leider hoe de vork in de steel zat.

Rivaliteit tussen LKP, RVV en OD.

Bron: www.LO-LKP-docu.nl

Dirk Mulder (schuilnaam Dirk) vaart begin 1945 met een kano over de Nieuwe Merwede naar het bevrijde Zuiden. Hij had bij zich een tien pagina's tellend rapport van de LOLKP. Daarin stonden haar gedachten over hoe het moest gaan na de bevrijding met de berechting van landgenoten die heulden met de Duitsers. Verder over de zorg voor nabestaanden van gesneuvelde verzetsmensen, voor de invaliden tengevolge van hun verzetsacties. 

Verder vroeg het rapport van de LO aandacht voor de precaire voedselsituatie ten noorden van de grote rivieren, met name in Rotterdam en Amsterdam. Aangedrongen wordt op versnelde militaire actie ter bevrijding.

Hoe moest het gaan na de bevrijding?

Bron: www.LO-LKP-docu.nl

Dodelijk ongeluk


Op dezelfde dag waarop Johannes in de pastorie aan de Wilhelminastraat met Minie Schreurs in het huwelijk trad, gebeurde er op Lidwina een vreselijk ongeluk.

Bij het schoonmaken van één van de stenguns blijft iemand met zijn kleding achter de trekker hangen. Rondvliegende kogels treffen Henk Heerdink (verzetsnaam Henk Visser) dodelijk.

Eens had hij tegen zijn zoontje gezegd: "Opdat jij later in vrijheid je Christus kunt belijden, daarom doe ik het." Tegen vrienden zei hij: "Als het daarom niet was, zou ik het niet kunnen volhouden, want ik ben het soms ook wel zo zat."

Zo zwaar viel hem het KP-werk. Zijn dood was een groot verlies, want hij was een belangrijke kracht in het verzet. In een parachutedoek werd hij in een nabij gelegen bos begraven. Hij was de eerste dode van de KP-Twente.


Henk Heerdink (Henk Visser)

Henk Heerdink (Henk Visser)

Henk was een van de meest ervaren leden van de KP-Twente.
Deze 22-jarige gereformeerde textielarbeider richtte in 1943 te Wierden een KP op. (Zie hoofdstuk 18)
In dat jaar liet hij bijvoorbeeld speciale sleutels smeden waarmee hij rails kon losschroeven van het baanvak Amersfoort-Twente-Duitsland.
In mei 1944 liet zijn groep een Duitse goederentrein ontsporen. Het duurde dagen voor het baanvak weer vrij was.

Een van zijn makkers was Henk Michel, schuilnaam Koos. Hij heeft zelfs 23 kraken meegemaakt. Dus je mag hem ook zeer ervaren noemen. Henk Michel was door Henk Heerdink bij het verzet gekomen.

Luisterfragment met verhaal van Henk Michel.

Bron: www.LO-LKP-docu.nl

Landing van het Jedburghteam


Majoor Henk Brinkgreve, John Olmsted en de marconist John Austin landen op dinsdagnacht de 12e september om 00.20 uur met hun parachute op het afwerpterrein tussen Daarle en Nijverdal in het buurtschap "De Piksen". Ze komen uit het Britse Jedburgh. Vandaar de naam Jedburghteam.

Zij hebben tevens verbindingsmiddelen meegenomen zodat zij contacten kunnen leggen met Londen of andere geallieerde radiostations. De taken die de drie hebben zijn ook: achter de linies aan de vijand zoveel mogelijk schade toebrengen en troepenbewegingen in kaart brengen en hiervan berichtgeving doen.

Ook worden die nacht containers afgeworpen met o.a. radioapparatuur, wapens en springstof, ook sigaretten en chocola!

Kapitein Lancker de leider van de RVV Salland is ingenomen met deze drie, die een versterking voor hem betekenen. Hij kan zo betere contacten onderhouden en zorgen dat verdere wapendroppings bij hem terecht zullenkomen. De wapens en munitie en ook de springstoffen worden op fietsen gedistribueerd.

Contact Brinkgreve - Ter Horst - Cor Hilbrink


Nadat Johannes ter Horst van de dropping heeft vernomen, die op 12 september bij Piksen plaatsvond, waarbij tevens een Jedburghteam was geland, belt hij naar Hellendoorn.

Hij krijgt Ria Hermans aan de telefoon en vraagt haar een gesprek met Lancker te arrangeren. Ria zegt dat er nu geen tijd is om te praten, maar dat er gehandeld moet worden.

Via Wiek Horvath (RVV-contactman van Lancker in Almelo) weet Johannes uiteindelijk contact te leggen met Lancker.

Lancker stemt toe dat er een gesprek plaats kan vinden tussen de leden van het Jedburgteam en de KP-leiding.

Op donderdag 14 september vindt dan het gesprek plaats met de KP'ers Ter Horst en Hilbrink. Lancker leidt hen persoonlijk naar een bos op het Hoge Hexel, maar hij is niet aanwezig bij het gesprek tussen Brinkgreve en de beide KP'ers.

De beide KP'ers doen hun best Brinkgreve ervan te overtuigen dat de sabotageacties van de voorgaande dagen gepleegd zijn door de KP van Johannes en niet door de RVV.

Kennelijk had Lancker alle daden op zijn naam geschreven en dat door laten seinen naar Londen.

Na dit gesprek is Johannes er niet van overtuigd dat Brinkgreve alles gelooft wat hij hem heeft verteld.

Johannes zegt onder andere tegen Arie van Brakel, een 33-jarige wachtmeester bij de marechaussee te Hellendoorn, die zowel goede contacten heeft met Lancker als met Johannes ter Horst, dat het gesprek niets heeft opgeleverd.

Van Brakel gaat dan naar Lancker en zegt dat de wrijvingen tussen Ter Horst en hem niet langer kunnen, vooral ook omdat majoor Brinkgreve heeft gezegd dat het nog wel 6 weken kan duren voordat de geallieerden er zijn.

Helaas helpen deze woorden ook niets.

Johannes ter Horst wordt commandant van de BS-afdeling Twente


Johannes beklaagde zich in de zomermaanden regelmatig bij Klaas Straatman, over de toenemende chaos, van de afzonderlijk opererende knokploegen met alle risico's van dien. Klaas Straatman is een oud OD-contact van Johannes.

In besprekingen tussen Hein van Joolen en Johannes ter Horst, medio september, verklaart Johannes zich bereid als commandant van de Binnenlandse Strijdkrachten afdeling Twente op te treden en zich onder commando te stellen van de Gewestelijk BS-commandant, de kolonel Hotz.

Hein van Joolen (reserve 1ste luitenant die vocht bij de Grebbeberg en later verzetsleider wordt) verklaart in een gesprek met de auteur van het boek 'De illegalen': "Twente had de samenvoeging van het verzet eerder voor elkaar dan de BS tot stand kwam. In het voorjaar van '44 zaten al die groepen elkaar in de nek. Klaas Straatman uit Enschede vond dat te gevaarlijk.

Klaas kwam daarom bij mij, of ik eens met Ter Horst wilde praten. Ik kreeg een enorm flinke indruk van Ter Horst. Ik wist verder ook niets van die KP-groepen. Niemand wist iets van elkaar. Ik had toen al wel van Lancker gehoord.

Ik wilde een commandant voor Overijssel. Ik deed daarom aan Johannes het volgende voorstel: ik plaats mij als commandant van de Ordedienst onder jou als de commandant van Twente, als jullie Hotz accepteren als commandant van Overijssel".

Majoor Brinkgreve naar Zenderen.


Op maandag 18 september laat Henk Brinkgreve door een koerier via Ria Hermans bij Van Brakel een briefje bezorgen met de mededeling dat hij de KP-leiders zo snel mogelijk wil spreken.

De volgende dag in de middag vindt het gesprek plaats in de woning van een politieman in Daarlerveen.

Kennelijk is dit gesprek zo goed verlopen dat er een klein feestje wordt gebouwd. Wanneer later Lancker binnen komt, zegt Brinkgreve tegen hem dat hij met zijn mannen intrek zal nemen in het hoofdkwartier van de KP bij Zenderen en dat hij de leiding over zowel de RVV als de KP in Twente op zich neemt.

Even later, het is al avond, rijdt een grote vierdeurs limousine voor, waarmee het Jedburgteam, door de KP'ers naar Zenderen wordt gereden.

Kennelijk heeft Brinkgreve zich geërgerd aan de rivaliteit tussen Ter Horst en Lancker. Nu de bevrijding zo nabij is moeten de handen ineen worden geslagen.

Gezien de plezierige afloop van het gesprek tussen Brinkgreve en Ter Horst, zal Ter Horst wel geaccepteerd hebben dat Brinkgreve de leiding neemt.

Nu de geallieerden binnen enkele weken verwacht worden, geeft Brinkgreve de opdracht om zoveel mogelijk de voor de geallieerden van belang zijnde bruggen te bewaken en ervoor te zorgen dat deze niet worden opgeblazen.

Dagelijks is Brinkgreve ook bezig met steeds terugkerende problemen die zich voordoen tussen de RVV'ers en de KP'ers.

Ria Hermans gearresteerd


Na de arrestatie van Johannes ter Horst (zie hoofdstuk 20) worden tegelijkertijd door de Duitsers (Kronenbergkommando) invallen gedaan bij Henk Mulder, Roelof Blokzijl als bij weduwe Bakker, wonende aan de Ommerweg 24 te Hellendoorn. Daar gaat het om kapitein Lancker. Die is niet thuis. Helaas is zijn verloofde Ria Hermans wel aanwezig.

Het is inmiddels 07.30 uur, wanneer de heer Kamphuis, een buurman in de gaten krijgt dat er iets gaande is in de woning van mevrouw Bakker en besluit dit door te geven aan zijn contactman, Arie van Brakel.

Arie is wachtmeester der Koninklijke Marechaussee en onderhoudt zowel contacten met Johannes ter Horst als met kapitein Lancker.

Op het KP hoofdkwartier


Na de arrestatie van Johannes is men direct begonnen met het weghalen uit Lidwina van alles wat aan de KP herinnert.

Niet alles kon de vorige avond meegenomen worden. Daarom zijn een aantal KP'ers die ochtend te omstreeks 08.00 uur teruggekomen om de ontruiming voort te zetten. Om de laatste spullen op te halen en de laatste sporen uit te wissen.

De aanwezigen zijn: Daan Hillenaar, Henk Michel (bijnaam Koos), Dirk Ruiter, Chiel Ploeger, Coen Hilbrink en Hilbrink sr. (de vader van Coen)

Inmiddels is Arie van Brakel te omstreeks 08.15 uur weer terug in zijn huis en besluit het hoofdkwartier in Zenderen te bellen, om hen te waarschuwen. Hilbrink sr. neemt de telefoon op.
H. Ja?
A. Wilt u tegen Johannes zeggen.
H. Die is er niet.
A. Wilt u dan tegen de anderen zeggen dat het huis van "Evert" in brand staat?
H. Ja, komt goed.

Dit telefoongesprek wordt kennelijk door Hilbrink sr niet begrepen. Om 08.30 uur krijgt Arie van Brakel te horen dat waarschijnlijk alleen Ria Hermans is gearresteerd. Hij belt andermaal naar Lidwina: Weer neemt dezelfde Hilbrink sr op:
H. Ja?
A. Ja hallo wilt u doorgeven dat het huis van "Evert" in brand staat?
H. Eh, wat? Ja, ik zal het doorgeven. Weer begrijpt Hilbrink sr de boodschap kennelijk niet.

Het is omstreeks 10.00 uur. Ria Hermans wordt nog steeds aan de hand van een briefje dat in het huisje in Hellendoorn gevonden is, nader aan de tand gevoeld. Zij bekent dat zij de vriendin is van Lancker.

Daarna wordt zij meegenomen naar de Dienststelle aan de Bornsestraat te Almelo. Onderweg vertelt zij al over een hoofdkwartier van de KP in Zenderen. Zij geeft een beschrijving van dat huis.

Laatste poging om Johannes vrij te krijgen


Omstreeks de tijd dat het Kommando met Ria Hermans onderweg is van Hellendoorn naar Almelo doen de KP-mensen Cor Hilbrink, Dries Kalter en Dick van Harten een laatste poging om Johannes vrij te krijgen.

Gewapend geweld is onmogelijk, dus proberen zij het diplomatiek door het aanbieden van veel geld, via een SD-contact. Helaas gaat dit SD-contact hier niet verder op in.

Inval op Lidwina


Te omstreeks 10.30 uur komt Ria Hermans aan bij de Dienststelle aan de Bornsestraat en wordt daar naar binnen gebracht. Uit alle macht wordt personeel gemobiliseerd en worden drie auto's geregeld.

Het is omstreeks 11.30 uur, wanneer een twaalf man sterke groep Duitsers op aanwijzingen van Ria Hermans richting KP-hoofdkwartier rijden.

Niet direct wordt Lidwina gevonden. Een aantal keren rijdt de kolonne auto's verkeerd.

Uiteindelijk tegen 12.00 uur zegt Ria:
"Ik geloof dat het hier is!" en wijst daarbij op het toegangshek van Lidwina.

De Duitsers zijn zo gebrand op succes, dat zij geen planning maken hoe zij de zaak aan zullen pakken. Ook weten zij niet hoeveel mensen zij daar zullen aantreffen en wat hen daar te wachten zal staan. Ze hebben bloed geroken en gaan door!

Op Lidwina is inmiddels alles verzameld en ingepakt. Chiel Ploeger zegt dat hij de auto gaat halen zodat alles ingeladen kan worden.

Juist op dat moment gaat de alarmbel op Lidwina, ten teken dat er een auto de poort binnen komt rijden. Het is dan nog ongeveer 100 meter tot de villa. Iedereen is gealarmeerd.

Bij het zien van de naderende Duitsers schiet Daan zijn pistool leeg. Ze hebben geen pistoolmitrailleurs meer. Die hebben ze zojuist ingepakt.

Chiel Ploeger, die de auto op wil halen en op dat moment in het bos loopt, wordt over het hoofd gezien. De Duitsers lopen hem voorbij. Ze komen steeds dichterbij.

Daan Hillenaar werpt vervolgens een handgranaat in de richting van de Duitsers, waardoor zij in dekking moeten. Daardoor ziet hij kans om in de richting het weiland te rennen en springt vervolgens in een sloot.

Koos, die in dezelfde richting vlucht, rent over de spoordijk. Chiel houdt zich verscholen in het bos aan de voorzijde van de villa.

Een andere vluchtende wordt door de Duitsers dodelijk geraakt. Dit is Coen Hilbrink. Hij heeft nog een pistool met twee patronen en een handgranaat bij zich op het moment dat hij wordt neergeschoten.  Coen was eigenlijk al ontsnapt, toen Minie hem riep:"Coen help me, ik zit vast in het prikkeldraad". Toen Coen zich omkeerde om haar te bevrijden, werd hij getroffen door een vijandelijke kogel en stierf ter plekke.

Nog een vluchtende is Dick Ruiter. Hij wordt aangeschoten, doch niet dodelijk gewond. Hierna wordt hij overmeesterd.

Sietse Hilbrink sr (64 jr), de vader van Coen, die zich in de tuin achter een paar bosjes had verstopt, wordt ook ontdekt. Voordat hij zijn handen in de lucht doet, gooit hij nog iets in de vijver. (wapen?)

Verder zijn er nog twee vrouwen aanwezig, die de afgelopen nacht gekomen waren om te helpen met ontruimen. Dit zijn Minie ter Horst-Schreurs, de vrouw van Johannes ter Horst en Jo Krabbenbos. Beide vrouwen zijn koerierster.

Na mishandelingen, blijven ze bij hun verhaal dat zij nog maar pas daar waren, de één als dienstmeisje en de ander als wasvrouw, die zojuist de was op kwam halen.

De Duitsers treffen automatische geweren, Amerikaanse uniformen, munitie en handgranaten aan.

Het is inmiddels 13.00 uur geworden en de SD-mensen hebben alles onder controle. Eén van de SD'ers krijgt opdracht om naar Almelo te gaan en aan zijn commandant verslag uit te brengen van het succes. Nadat Kronenberger de SD'er heeft aangehoord, laat hij zich naar Zenderen rijden.

Na een kort verhoor van de gearresteerde mensen, geeft hij het bevel de vrouwen vrij te laten. Kennelijk gelooft hij het verhaal dat de vrouwen hem verteld hebben.

Met de twee andere mannen, die nog in leven zijn, heeft hij geen medelijden en geeft opdracht beide mannen te fusilleren.

Wanneer Jo en Minie tegen 14.00 uur vertrokken zijn, wordt Dirk Ruiter naar buiten geleid en voor de Wachtman, genaamd Buro, geplaatst. Dirk staat met het gezicht richting Buro, op een afstand van ongeveer 4 a 5 meter. Buro richt zijn geweer op de borst van Dirk en vuurt. Deze valt dodelijk gewond op de grond. Zie Dick.

Hermann Schrader heeft medelijden met de Hilbrink sr, wiens zoon zojuist ook is doodgeschoten en vraagt aan Sietse:
"Hebt u iets te zeggen? Ik zorg er dan voor dat u niet wordt doorgeschoten."

Sietse kijkt Schrader aan. Schrader ziet dat Sietse gewond is aan zijn hoofd. Dan zegt Sietse: "Ik heb u niets te vertellen".

Vervolgens wordt ook hij naar buiten gebracht en tegenover Buro geplaatst. Ook deze keer heeft Buro er kennelijk geen enkele moeite mee om een mens van dichtbij dood te schieten.

Buro vindt men een dappere man, daarom wordt hij voor zijn fusillades die hij zojuist heeft gepleegd, beloond met het horloge van Sietse Hilbrink.

Nadat de lijken in de villa zijn neergelegd, wordt met behulp van springstof de hele villa opgeblazen.



Villa Lidwina in volle glorie

De villa Lidwina, nog in volle glorie, voordat de SD haar duivelse werk had gedaan.


Lidwina verwoest

Dit was ervan over, van die fraaie villa Lidwina.

Drie dodelijke slachtoffers


Hier onderbreek ik dit aangrijpende verhaal. Vader Sietse en zoon Coen Hilbrink, en Dick Ruiter vonden de dood.

Zoals ik al schreef: Minie ter Horst-Schreurs vertelde later dat zij ook op de vlucht was. Ze bleef met haar rok in het prikkeldraad vastzitten. Coen, die al verder was, zag dit en kwam terug om haar los te maken. Toen werd hij voor haar ogen dodelijk door een Duitse kogel getroffen. Wat een tragisch verhaal!

Heel bijzonder vind ik dat de zoon en naamgenoot van Coen Hilbrink de belangrijkste geschiedschrijver van zijn familiedrama werd met zijn belangrijke proefschrift 'De illegalen'.

Ik vind het navolgende sonnet uit het Geuzenliedboek op hen van toepassing, die bij Lidwina werden vermoord.

Zij zagen 't doel


Als straks bevochten is de overwinning,
Dan vallen druk en spanning van ons af,
Dan lijkt, in overpeinzing en bezinning,
Een booze droom, al wat ons zorgen gaf.

Dan denken wij met eerbied en met tranen,
Aan die hun leven gaven in den strijd,
Om ons, door donk'ren tijd, den weg te banen,
Die naar den vrede en de vrijheid leidt!

Al mochten zij op aard' niet meer aanschouwen,
Den rijken zegen van hun grootsche daad,
Zij zagen 't doel - en gingen met vertrouwen.

God heeft de hooge taak hun opgedragen.
- De mensch vergeet, als 't leven verder gaat, -
Maar God geeft eeuwig hun Zijn welbehagen.

Het nieuwe Hoofdkwartier


Een dag na de overval, door de Sicherheitsdienst, op huize Lidwina, zijn KP-mannen al weer bezig met de reorganisatie.

Dit keer gaat het niet meer om het formeren van één grote regionale Knokploeg, maar om het organiseren van de Binnenlandse Strijdkrachten binnen de provincie Overijssel, waarin alle verzetsorganisaties, zoals de KP, OD, RVV en nog een aantal groeperingen, opgenomen zullen worden.

Deze reorganisatie werd vanuit Londen opgedragen. Als algeheel commandant van deze Binnenlandse Strijdkrachten werd prins Bernhard door koningin Wilhelmina benoemd.

Daan Hillenaar en Cor Hilbrink komen die volgende dag op de boerderij van het Jedburghteam. Cor deelt daar mede dat hij de leiding van de KP in Twente overgenomen heeft van Johannes.

Als reden geeft hij op dat hij alle contactadressen heeft en alle leiders van de illegale groeperingen persoonlijk kent. Hoe dit besluit tot leiderschap tot stand is gekomen is onduidelijk.

Dan vertrekken Cor Hilbrink, Daan Hillenaar en het Jedburghteam naar het buurtschap Dulder, nabij Saasveld en doen intrek op de boerderij van het echtpaar Juninck.

In eerste instantie wordt toch nog gewerkt aan een reorganisatie van de Twentse KP.

In de boerderij van Junninck wordt het nieuwe hoofdkwartier gevestigd. Er wordt een "Staf" opgericht, waarbij de leiding over de gehele KP in Twente overgenomen wordt door majoor Brinkgreve.

Coen Hilbrink over het optreden van Ria Hermans in zijn proefschrift 'De illegalen'


Inleiding

Ik ben als geïnteresseerde in het verzet in Twente dr. Coen Hilbrink dankbaar voor zijn onderzoek. Hij heeft daar zeven jaar over gedaan. Hij is betrokkene bij Lidwina. Zijn vader Coen en opa Sietze Hilbrink zijn bij de overval van de Duitsers op Lidwina om het leven gekomen.

Zoals gezegd: Vader Coen was al op de vlucht, toen hij merkte dat Minie, de vrouw van Johannes ter Horst, met haar rok vast kwam te zitten in het prikkeldrraad. Hij keerde terug op zijn schreden om haar te helpen en werd toen doodgeschoten.

De schrijver van 'De Illegalen' is dus ter dege een betrokkene bij Lidwina waar zijn familie woonde en waar zijn vader werd gedood. Daarom is het bewonderenswaardig dat juist hij de geschiedenis van Lidwina heeft beschreven. We volgen zijn betoog op de pagina's 192-198.

Adolf Becker, de SD'er die Ria Hermans verhoorde


Belangrijk voor onze kennis van Ria Hermans zijn de verslagen van de verhoren van Adolf Becker van na de oorlog. Wie is die Adolf Becker? We volgen weer dr. Coen Hilbrink in 'De illegalen'.

"Op 5 december 1947 wordt ten behoeve van de 'voorzitter der subcommissie opsporing oorlogsmisdrijven' te Zwolle de reeds enkele malen genoemde Adolf Becker aan een verhoor onderworpen. Hierin doet de inmiddels 37-jarige inwoner van het Duitse Bocholt onder meer uitvoerig verslag van de wijze waarop hij Ria Hermans gedurende de tijd dat zij te Enschede door hem werd verhoord, tegemoet is getreden.

Adolf Becker is bij het uitbreken van de oorlog werkzaam als voorwerker op een ijzergieterij te Bocholt en kan, daar zijn bedrijf voor de Wehrmacht werkt, niet worden opgeroepen voor militaire dienst." Hij krijgt in augustus 1940 een oproep en uiteindelijk komt hij terecht bij de SD te Den-Haag.

"Zijn benoeming in Nederland heeft hij te danken aan zijn kennis van de Nederlandse taal: hij heeft acht jaar (1930-1938) op een ijzergieterij in Doesburg gewerkt en is in die plaats met een Nederlandse vrouw getrouwd, is evenwel in 1938 op verzoek van zijn vader met zijn gezin naar Duitsland teruggekeerd."

Hij werkte in Den Haag, Delfzijl en Arnhem. Vanaf zomer 1944 is hij commandant van zo'n dertig Duitse soldaten die jacht maken op onderduikers. Vanaf half september jaagt hij in Enschede. (blz. 257)

Het verhoor van Ria Hermans door Adolf Becker


Enkele dagen na de arrestatie van Ria Hermans gaat de sluwe SD'er Adolf Becker haar verhoren. Zij verraadt hem de namen van twee contactpersonen tussen de RVV van Lancker en de KP-Twente. Dat zijn de 50-jarige Jules Haeck, de man van de pilotenlijn, Fransman en groentehandelaar in Hengelo. En de 37-jarige Johan Prins, brandstoffenhandelaar in Nijverdal. Beide mannen worden gearresteerd en na martelingen gefusilleerd. (Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging dossier Ria Hermans).

"Ria Hermans heeft zelf een aantal redenen gegeven, waarom zij Lidwina heeft genoemd als verblijfplaats van haar verloofde Evert. Zo verklaart zij, dat zij van Evert de opdracht had op de 'Commandopost Ommerweg' te blijven, nadat hij zelf dit adres al enige weken was gaan mijden, omdat het te bekend was geworden. Als de SD kwam moest Ria "deze opvangen en de aandacht overbrengen op Zenderen, maar zo, dat het geen overval, maar een aanval werd, want de KP had wapens genoeg om zich eerst te verdedigen en daarna weg te trekken.' (Cabr Hermans)

Voorts zou Evert met Johannes hebben afgesproken, dat Ria, wanneer zij in moeilijkheden was, het adres van het KP-hoofdkwartier in Zenderen zou mogen noemen. (Cabr Hermans)

Dit argument in een na-oorlogse verklaring van Ria Hermans vinden we ook terug in een getuigenis van Adolf Becker, waar deze meedeelt, dat Ria Hermans hem vertelde, dat Kronberger had gezegd, dat zij zijn mannen naar Lidwina had gebracht, omdat zij erop had gerekend, dat de daar aanwezige personen zich zouden verdedigen en zij ervan overtuigd was, dat het hoofdkwartier niet te nemen was. (Cabr Hermans)

Dat er een afspraak heeft bestaan tussen Evert en Johannes, dat Ria Hermans Lidwina mocht verraden als het nodig was, is ronduit ongeloofwaardig, al was het alleen al, omdat in de villa behalve de mannen van het Jedburgh-team ook nog Cors bejaarde vader, zijn broer Coen, Johannes, diens echtgenote Minie, Daan Hillenaar, Dick Ruiter, Koos Michel en de vrouw van Cor verbleven.

In een tweede verklaring, evenwel, zegt zij, dat zij in haar doodsangst, voortvloeiende uit zware bedreigingen, Lidwina heeft genoemd, omdat zij er niet onderuit kon komen een adres te noemen. In dezelfde schriftelijke verklaring gaat zij uitvoerig in op de machtsstrijd tussen Lancker en Ter Horst: 'De onsympathieke houding, die de KP aannam, gaf Evert de vaste overtuiging met communisten te doen te hebben. En hij zei ook tegen mij, dat hun houding als van landverraders was. Dat Evert die indruk kreeg, was hun eigen schuld, omdat ze doorgegeven orders van Evert opzij legden.'

Ook in een derde verklaring noemt zij doodsangst het voornaamste motief voor haar daad. Adolf Becker, tenslotte, kreeg van Ria de indruk "…dat zij er niet aan had kunnen ontkomen om aan Kronberger de plaats van het hoofdkwartier te noemen en dat zij in de mening verkeerde, dat zij onder de gegeven omstandigheden goed had gehandeld." (Cabr Hermans)

Kronberger:"De verloofde zou vrijwillig medegegaan zijn naar Zenderen en had daar een huis aangewezen." (Cabr Hermans)

(---) Zeer belastend voor Ria Hermans is de verklaring van Verbrugge, dat zij hem in de auto naar Zenderen zou hebben meegedeeld, dat "…als men door het poortje ging, dat er binnen in huis dan signalen werden gegeven." (Cabr Hermans)

Coen Hilbrink over Ria Hermans


Inleiding

In zijn proefschrift weegt de schrijver zijn woorden heel zorgvuldig. Hij vermijdt het woord 'verraad'. In ieder geval heeft Ria Hermans het hoofdkwartier van KP-Twente niet genoemd, omdat ze heulde met de Duitsers of om er financieel beter van te worden.

Nu is er verraad en verraad. Je kunt je afvragen of je van verraad kunt spreken, wanneer iemand doorslaat en namen gaat noemen. Ik zou dat niet doen.

Ik herinner me wel dat tante Minie voorzichtig over verraad sprak als de rol van Ria Hermans aan de orde kwam.

Ik kan me goed vinden in de redenering van dr. Coen Hilbrink.We volgen nu zijn gedachtengang op de voet.

"Met betrekking tot de vraag naar de motieven, die Ria Hermans ertoe brachten de Duitsers naar Lidwina te verwijzen, kan het volgende worden opgemerkt:

Het staat vast dat zij vanaf het moment van haar arrestatie in levensgevaar verkeerde en dat de mannen van de SD haar dat op hun bekende manier onder ogen hebben gebracht.

Ook mag op grond van alle bronnen, aan haar anti-Duitse houding niet worden getwijfeld.

Dat zij voorts niet opgewassen bleek tegen de ondervragingstechnieken van Adolf Becker, hoeft ons niet te verbazen.

Toch maken al deze feiten niet duidelijk waarom zij juist Lidwina heeft genoemd. Ze kende immers als vertrouwde van Evert zeer veel adressen. Vaak vergezelde ze haar verloofde op diens autoritten naar de verschillende contacten. Zij bleef dan meestal buiten in de auto zitten wachten, zoals bij de eerder genoemde vergadering op Lidwina, eind augustus.

Op grond van het beschikbare feitenmateriaal achten wij de volgende constructie het meest waarheidsgetrouw.

Het ontwaken door binnenstormende SD-beambten, de ruwe behandeling (wellicht is zij geslagen), een mogelijke bedreiging met pijniging en dood, het koortsachtig moeten piekeren hoe de SD'ers af te leiden van de verblijfplaats van haar verloofde, het zijn allemaal factoren, die een uitermate schokkende ervaring moeten hebben betekend.

In deze toestand van geschoktheid kan Ria Hermans, geplaatst tegenover de eis een adres te noemen en tegelijkertijd niet in staat het juiste adres van Lancker bekend te maken, gefixeerd zijn geraakt op het adres van Lidwina.

Dit adres kan haar immers gedurende de voorafgaande weken door het hoofd hebben gespeeld. Lidwina, het symbool van de frustraties waaronder Lancker de laatste weken gebukt ging en die haar emotioneel niet ongemoeid kunnen hebben gelaten.

Deze fixatie kan in een toestand van hevig geschokt zijn, gecombineerd met doodsangst, de drempel naar mededeelzaamheid omtrent Lidwina hebben verlaagd.

Het lijkt mij ook duidelijk, dat rancune tegenover Ter Horst en de zijnen als medebepalende factor voor haar gedrag niet zonder meer uitgesloten moet worden geacht." Aldus dr. Coen Hilbrink in zijn boek 'De illegalen'.

De zaak Ria Hermans in Tubantia van 6 mei 1995


Door een vriendelijke lezer werd ik op 22 december 2009 attent gemaakt op een artikel in de Twentse krant Tubantia. Het verscheen op 6 mei 1995 en was geschreven door de journalist Jan Haverkate. Het draagt als titel 'De zaak Ria Hermans'. Ik kende het artikel niet. De genoemde lezer heeft het helemaal voor me uitgetypt en vroeg me aandacht aan deze zaak te geven in het kader van hoor en wederhoor. Haverkate komt namelijk met een ander verhaal dan dr. Coen Hilbrink in zijn dissertatie.(C. Hilbrink, De illegalen. Illegaliteit in Twente en het aangrenzende Salland 1940-1945, Den Haag 1989).

Ik ben in deze zaak gedoken. Ik was aanvankelijk van plan het artikel van Haverkate op te nemen en daarop commentaar te leveren. Maar het bleek mij, dat Coen Hilbrink in 2001 heel uitvoerig op Haverkate is ingegaan in zijn boek Vogelvrij Verleden met als ondertitel Oud-illegalen van na de oorlog, (hoofdstuk IV, blz.117-158).

Hij behandelt de kwestie van het al of niet verraad van Ria Hermans zo grondig en consciëntieus dat ik me ontslagen acht hierop op deze site verder in te gaan. Met mij is de voor ingewijden bekende Dick Kaajan (archivaris bij het Nationaal Archief en o.a.medewerker van het Biografisch Woordenboek van Nederland) van mening dat dr. Hilbrink het artikel van Haverkate overtuigend weerlegt. Zijn boek is nog in de winkel te koop, anders wel te leen in de Bieb. Daarom verwijs ik de belangstellende lezer naar het bovengenoemde boek van dr. Hilbrink.

Het is boeiend om Hilbrink te volgen in zijn verdediging waarbij van de aanklacht van Haverkate mijns inziens geen spaan heel blijft. Hilbrink gaat uiteraard te rade bij de uitgebreide verhoren na de bevrijding door de Nederlandse justitie. Hoe kan het anders. Daarin vertelt Ria Hermans tot in details hoe alles is z'n werk is gegaan en hoe ze de SD naar de villa Lidwina, het hoofdkwartier van Johannes, heeft geleid. Wanneer Haverkate haar in Frankrijk opzoekt weet ze zich van alles te herinneren, maar bijna niets meer van de verhoren. Dat geeft toch te denken. Om het zacht uit te drukken. Maar ik zou zeggen: overtuig uzelf. Het betoog van Hilbrink is scherpzinnig en boeiend van het begin tot het eind.

In de zaak Hermans, legde de politieman Arie van Brakel ook vlak na de oorlog een getuigenis af. Daarin zegt hij alleen dat hij Ria Hermans één keer over de zaak gesproken had. Zij gaf toen aan dat 'de bakker uit Enschede' (Johannes ter Horst) waarschijnlijk de locatie had doorgegeven, waarop Van Brakel antwoordde dat zij toch beter moest weten. Zo probeerde Ria Hermans haar verraad te verdonkeremanen.

HERDENKING ZEVENTIG JAAR NA DE OVERVAL OP HUIZE LIDWINA

Op 23 september 2014 vond bij Huize Lidwina in Zenderen een bijzondere herdenking plaats. Het was precies 70 jaar geleden dat Lidwina werd verraden en er drie doden te betreuren waren.  Bij die herdenking stond het er vol met mensen: ouderen, die in de oorlog al volwassen waren, en jongeren van de Stefanusschool in Zenderen. Ook de overheid was vertegenwoordigd in de persoon van burgemeester Rob Welten van gemeente Borne. De zendamateurverenigingen VERON en VRZA waren eveneens aanwezig. De heer Schott vertelde, namens beide verenigingen, hoe vanuit Huize Lidwina contact werd onder houden met de geallieerden, eerst met zelfgemaakte zenders, later met gedropt materiaal.

Burgemeester Rob Welten richtte zich vooral tot de leerlingen van de Stefanusschool uit Zenderen. Hij vertelde hoe belangrijk onze vrijheid is en welke kostbare offers daarvoor zijn gebracht. 

Coen Hilbrink, wiens vader en opa bij de overval de dood vonden, vertelde in drie verhalen hoe de overval in z'n werk ging. Daarna werden de drie kransen gelegd: namens de familie Hilbrink, de zendamateurs en de overheid.

In het retraitehuis De Zwanenhof, bijna tegenover Huize Lidwina gelegen, was in het trappenhuis een kleine overzichtstentoonstelling ingericht door Leo Congert. Hieronder zie je daarvan de foto's.


/

Bij het monument werden 3 kransen geplaatst:

links die van de familie Hilbrink, in het midden van de zendamateurs, de rechter is van het gemeentebestuur.



/

Bij het monument plaatste de gemeente een nieuw publicatiebord met daarop de geschiedenis van Huize Lidwina.



/

Hier kun je de tekst lezen.



/

In het nabij gelegen retraitehuis De Zwanenhof
was door Leo Congert in het trappenhuis
een overzichtstentoonstelling ingericht,

waarin dieper op het verzet
vanuit Huize Lidwina werd ingegaan.
Hierboven het centrale deel
met foto's van de betrokkenen.



/

Dit deel gaat over het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog.



/

De Twentse Knokploeg onder leiding van Johannes ter Horst
vond in Huize Lidwina een doeltreffend hoofdkwartier. 

Na zijn dood kreeg Cor Hilbrink de leiding.
Hij was een zoon van Sietse Hilbrink
en een broer van Coen Sr,
die beiden bij de overval omkwamen.



/

Naarmate de oorlog vorderde en de Duitse druk toenam,
groeide ook het verzet.



/

De 23ste september 1944 was een rampzalige datum:

Johannes ter Horst werd gevangen genomen en na martelingen doodgeschoten.

Huize Lidwina werd verraden en overvallen.

Sietse en Coen Hilbrink en Dirk Ruiter vonden de dood,
waarna Huize Lidwina werd opgeblazen. 



/

Na vijf donkere jaren kwam eindelijk de bevrijding van het afschuwelijke Duitse juk.



/

Na de oorlog kreeg het verzet vanuit Lidwina nationaal en internationaal erkenning.

Over Dirk Ruiter kun je lezen op Wikipedia.



/

Het retraitehuis Sint Jozef heet nu De Zwanenhof.
Het heeft in het verzet ook een rol gespeeld.



/

In een schrift werd in september 1944 verslag gedaan
van de verrichtingen. Hier een fragment.


De herdenking en de tentoonstelling waren samen indrukwekkend.
Opdat wij niet vergeten.
In Zenderen is daaraan op zeer te waarderen wijze vorm gegeven.
(Met dank aan mijn vrouw Ans voor de foto's).




DE OORLOG IN BEELD: HOE ERG HET WAS!



veroordeeld

Ironie der plakkaten

Op zondagmiddag 3 mei 1942 deelde perschef Ditmar, aan de Nederlandse journalisten mee, dat 72 vaderlanders ter dood waren gedracht, leden van een wijdvertakte verzetsorganisatie.

Er waren vele officieren bij.

Uit Londen kwam prompt het Koninklijk antwoord:

"Nederland zal de martelaren die vielen voor zijn bevrijding, nimmer vergeten.

Naam voor naam, persoon voor persoon, zal hun nagedachtenis bij ons voortleven."

Het Wilhelmus klonk, het volkslied, waarvan het laatste woord is: "Gerechtigheid".

Dat was ook Nederlands laatste woord. Het verzet was niet gebroken. Het zou veeleer groeien, week na week, maand na maand.